Nederland is voorloper in het stimuleren van duurzame handel om “groene” economische groei in ontwikkelingslanden te ondersteunen. Vooral duurzamere productie van agrarische grondstoffen als cacao, thee, koffie etc… die met name door kleinschalige boeren geproduceerd worden, kan bijdragen aan armoedebestrijding.
In de Groene Amsterdammer van deze week staat een artikel over de effecten van het Nederlandse Hulp en Handel beleid op armoedebestrijding in ontwikkelingslanden, met cacao in Ghana als voorbeeld. Hoewel het artikel niet direct over een project van IDH gaat, willen we toch reageren op het artikel.
Het project van Solidaridad in Ghana loopt ruim twee jaar. In die periode zijn 40.000 boeren getraind en zijn productieverhogingen bereikt die variëren van 75 tot 300%. Meer informatie over het project van Solidaridad lees je hier
De in het artikel vermelde Cocoa Working Group ligt op koers naar 100% duurzaam gecertificeerde cacao import in 2025, met de in 2013 gehaalde 100% duurzaam gecertificeerde chocoladeletters als belangrijke mijlpaal. Weliswaar biedt certificering geen totaaloplossing maar het is zeker een stap in de goede richting. Diverse impactstudies (zie o.a. 3rd party impactstudies op website van UTZ) laten een beter inkomen voor gecertificeerde boeren zien in vergelijking met ongecertificeerde. Voorwaarde voor een significant verschil is dat alle productie als gecertificeerd verkocht moet worden. Dat is nu nog niet het geval. De Cacao Working Group is bezig de vraag naar gecertificeerde cocoa stapsgewijs te verhogen.
De inzet van bedrijven
Eén van manieren om duurzaamheid van productie structureel te verbeteren is het veranderen van het (inkoop) gedrag van bedrijven. De jaarverslagen van IDH laten zien dat er de afgelopen jaren op dat gebied veel vooruitgang is geboekt.
Ruim dertig cacaobedrijven hebben zich verenigd om samen met de overheden van Ivoorkust en Ghana onder regie van IDH ontbossing in beide landen te stoppen. Zo’n publiek commitment, en de bijbehorende implementatie, was een aantal jaren geleden ondenkbaar. Evenzo werken de twee grootste theepakkers in de wereld, samen met vakbonden, NGO’s en theeproducenten in Malawi onder regie van IDH stapsgewijs toe naar een betere betaling van theepluk(sters), met als tussenresultaat dat na een jaar de lonen van theepluksters met 20% zijn gestegen en theeplukkers voedzamere maaltijden op theeplantages in Malawi krijgen. De schaal van de impact die hiermee bereikt wordt is groot en de veranderingen zijn structureel.
Verbeteren van publiek-private samenwerking
Een tweede manier die verduurzaming structureel verbetert is het verbeteren en borgen van de van verduurzaming in landen en sectoren. In de koffiesector zijn onder regie van IDH nationale platforms ontstaan in belangrijke koffieproducerende landen die duurzame inspanningen van bedrijven en overheden coördineren. Zoals in Oeganda waar dankzij het nationaal koffieplatform nu één duurzame trainingsmodule voor koffieboeren door alle bedrijven en trainers van de overheid wordt gebruikt, wat de adoptie van betere technieken verbetert en training van boeren efficienter en effectiever maakt waardoor meer boeren van zulke trainingen profiteren. De belangrijkste palmolie industrieën in Europa hebben zich verenigd om samen de import van duurzame palmolie te versnellen en zo ontbossing ten gevolge van nieuwe palmolie aanplant snel te verminderen. Minister Ploumen heeft aan de vooravond van het Nederlandse EU voorzitterschap die gelegenheid aangegrepen om de overheden van palmolie importerende landen dit initiatief te laten ondersteunen.
Impact op inkomens van boeren
De impact van duurzaamheidsprogramma’s op de inkomens van boeren is in bijvoorbeeld katoen evident. In 2016 zijn onder regie van IDH 1.5 miljoen boeren getraind in Better Cotton principes die leiden tot hogere opbrengsten, lagere kosten (o.a. minder gebruik van gewasbeschermingsmiddelen) en dus hogere winstgevendheid voor boeren. Eerdere impactstudies toonden aan dat boeren die BC principes toepassen tot 65% minder pesticiden en 20% minder water gebruiken dan conventionele katoenboeren. Het eerder genoemde Malawi initiatief en theeprojecten in o.a. Kenya laten ook verbeterde winstgevendheid voor boeren/arbeiders zien. En ook certificering kan bijdragen aan betere inkomens van boeren mits meer duurzaam gecertificeerde productie ook als duurzaam gecertificeerd wordt verkocht.
Service Delivery Models
Duurzaamheid is een reis. In 2011 startte IDH het Cocoa Productivity and Quality programma, waarmee een mix van diensten aan ruim 100.000 boeren in Ivoorkust werd aangeboden die daarmee hun productiviteit konden verdubbelen naar 1,000 kg per hectare. Dit pakket aan diensten is inmiddels verder verfijnd om beter bij de verschillende behoeften van verschillende soorten boeren aan te sluiten. In dezelfde cacao sector en in koffie en cashew test IDH sinds vorig jaar zogenoemde ‘Service Delivery Models’ waarmee boeren zelf hun diensten (zoals trainingen op het gebied van verantwoord gebruik van bestrijdingsmiddelen, effectievere landbouwtechnieken) en middelen (nieuw plantmateriaal, kunstmest) kunnen kiezen waarbij de winstgevendheid voor kleine boeren centraal staat.
IDH verbetert en vernieuwt haar programma’s voor het oplossen van ingewikkelde problemen als verantwoord gebruik van pesticiden, tegengaan van ondervoeding, verbeteren van lonen, beter watermanagement, gender gelijkheid, winstgevendheid van kleine boeren en het tegengaan van ontbossing als gevolg van agrarische productie én ten gevolge van ander landgebruik in een nieuwe regionale landschapsaanpak in o.a. Liberia, Brazilie, Ethiopie, Ivoorkust, Indonesie, Ghana en Vietnam.
Een PDF versie van het Annual Report IDH 2016 is nu al downloadable.
Voor een aantal programma’s van IDH vindt het impactonderzoek nu plaats.
Samen met WUR en KPMG ontwikkelde IDH daarvoor een methodiek waarmee impact gegevens systematisch verzameld, geanalyseerd en gepubliceerd worden.
Eerder impactonderzoek naar thee, cacao en katoen uit 2014 is opvraagbaar bij IDH.